Dem Süden verschwistert

Broers en zussen naar het zuiden", schreef Annemarie Schwarzenbach over het Oberengadin en maakte er haar tweede thuis van. Al 150 jaar is de hooggelegen vallei een magische trekpleister voor schrijvers en intellectuelen, vrije geesten en literaire aristocraten.
Op marmottenjacht met Ulrich Becher, in dienst van Hare Majesteit met Ian Fleming, over de Albula met Hermann Hesse of tussen vlinders met Vladimir Nabokov - de literaire sporen tussen S-chanf, Maloja en Lago Bianco zijn talrijk en gevarieerd. De auteur toont ons plaatsen die werden bezongen, beschreven of vervloekt door beroemde mensen uit de literaire en culturele geschiedenis - Friedrich Nietzsche, Thomas Mann, Max Frisch, Annemarie Schwarzenbach, Richard Wagner, Carl Zuckmayer, Clara Schumann en vele anderen; maar hij herinnert ons ook aan vergeten episodes: Béla Bartók op de Piz Languard of Rodolphe Toepffer op de Sassal Mason.
De auteur presenteert 12 wandelingen: ontspannende hotelwandelingen in het dal, bekende Oberengadiner klassiekers zoals de Rosegvallei en de Lej Nair, maar ook meer veeleisende tochten zoals de Piz Lunghin of de Forno-gletsjer. Voor de meeste van de wandelingen stelt de auteur wintervarianten voor.
Talrijke historische foto's en actuele foto's van Thomas Burla vullen het boek aan.